Hoewel we de wedstrijd domineerden, ging het toch niet helemaal zoals de coaches wilden. Na de moeilijke wedstrijd van vorige week tegen River Trotters hadden we gehoopt op een ontspannen partijtje tegen Crackerjacks. Maar wat bleek, Crackerjacks heeft een lang team, allemaal tweedejaars U16, en speelt onder het bord behoorlijk fysiek basketbal. Binnen drie minuten stonden we met 8 – 0 achter. Aanvallend wilden we te snel scoren en verdedigend gaven we Crackerjacks veel te veel ruimte. Het herstel kwam snel, vooral aanvallend. De snelheid kwam in de aanval en daar hadden de langere spelers van Crackerjacks geen antwoord op. Op tempo volgden er een aantal mooie assists die bovendien goed werden afgerond. Vier minuten verder stond het 10 – 15. Het kwart werd uiteindelijk met 17 – 23 gewonnen. Het tweede kwart gaf hetzelfde beeld. Aanvallend klopte het redelijk, verdedigend hadden we duidelijk moeite met de lengte van de tegenstanders. Dat is toch wel jammer want juist op dit aspect van het spel wordt veel getraind. Als je tegenstander langer is, moet je korter dekken, zorgen dat hij de bal niet kan krijgen. Wordt er geschoten, dan uitboxen! Hou je tegenstander zo ver mogelijk naar buiten zodat jij als eerste bij de bal kan zijn om te rebounden. We blijven het herhalen (en trainen), uit de wedstrijden blijkt dat het nog niet goed begrepen wordt. Zoals gezegd lukte het aanvallend allemaal heel aardig dus wonnen we het kwart met 16 – 24. De ruststand 31 – 47.
Na de pauze werd het helaas niet beter. Sterker, het werd rommeliger. We lieten ons ook een beetje van de wijs brengen door het warrige gefluit van de scheidsrechters. Natuurlijk zijn we blij met het feit dat de scheidsen er zijn. Maar wat moet je de spelers leren als iedere week blijkt dat de scheidsrechters de regels totaal verschillend interpreteren. De één fluit oprecht streng, de ander laat veel toe en fluit voor futiliteiten terwijl er ook zijn die, als het spel snel gaat, de boel helemaal niet meer kunnen volgen en af en toe maar wat blazen. Veel spelers (vooral de jongere en onervaren) laten zich hierdoor nogal eens van de wijs brengen. Ze gaan dan een beetje tegen zichzelf spelen. Jammer, want dat remt de ontwikkeling, en dat is juist iets wat niemand in de basketbalwereld wil.
Nu weer over het basketbalspel zelf… Meestal kunnen we alleen een goede aanval op snelheid spelen. Dan worden de meeste punten gemaakt. Dat is misschien ook wel verklaarbaar. Ons team is gemiddeld niet groot, een aantal is zeer balvaardig en wil van nature snel spelen. Tegen langere spelers geeft dat een groot voordeel, die zijn meestal trager. Maar gelukkig beginnen we nu ook te leren om een goede aanval op te zetten tegen een georganiseerde verdediging. We trainen een aantal patronen, zaterdag lukte het een paar keer om uit zo’n patroon te scoren. Dat stemt de trainers tot tevredenheid. O ja, we zouden het bijna vergeten, het derde kwart wonnen we met 16 – 20.
We stonden dus inmiddels ruim voor. Omdat de wedstrijd niet echt lekker liep, besloot Edmar om maar eens wat te gaan experimenteren. Bewust mismatches creëren. Oftewel, de kleinste verdedigt de langste. Het pakte niet eens zo slecht uit. De “over the back” overtreding werd nooit gefloten (scheidsen…?!) maar de spelers deden veel ervaring op. Omdat Esteban niet mee kon doen, was Mark de Zwart meegenomen naar Soest. Ook hij kreeg nog wat minuutjes speeltijd en kon ervaren hoe het is om tegen echt langere spelers te moeten spelen. Het vierde kwart verloren we (19 – 16) maar de wedstrijd hadden we al lang in onze zak. Einduitslag 66 – 83.

[i]Scores:[/i] Vincent Antes 10, Tomas Breel 10, Boris Crama 10, Tim Heshusius 10, Raoul Koopmans 25, Jeroen Vos 6, Michiel van Zwieten 12.